Het SportConsilium heeft tot doel om de Verklaring ‘sport, de geest van de mensheid’ ingang te doen vinden en wil het denken faciliteren rond de interacties tussen sport en religie of levensfilosofie. SportConsilium informeert en ondersteunt de spelers op het terrein om een antwoord te bieden op de vragen die ze zich stellen en probeert bij te dragen tot meer gezelligheid en samenhorigheid bij de sportbeoefening.
Elke adviesaanvraag moet worden ingediend door een in België gevestigde sportfederatie die erkend is, decretaal of door het BOIC, het BPC, de AISF of de VSF, of door een sportbeoefenaar die bij een van deze federaties is aangesloten.
Na een eerste ontmoeting in oktober 2016 in het Parlement van de Federatie Wallonië-Brussel, hebben de sportwereld, de erkende godsdiensten in België en de vrijzinnigheid in maart 2017 in de Belgische Senaat samen de Verklaring ‘sport, de geest van de mensheid’ ondertekend.
Na het internationale congres in november 2018 bij het Comité van de Regio’s in Brussel, spannen alle medeondertekenaars zich nu in om de Verklaring in daden om te zetten. Dat doen ze door hun actieve bijdrage binnen het follow-upcomité dat ‘SportConsilium’ gedoopt werd.
Op 6 oktober 2020, op de dag af vier jaar na de eerste bijeenkomst, is het SportConsilium officieel geïnstalleerd in aanwezigheid van zijn leden, de instellingen die de Verklaring mede hebben ondertekend. Het SportConsilium zal, als instrument voor reflectie over de wisselwerking tussen sport en religie of levensbeschouwing, antwoorden trachten te geven op de vragen van de actoren in het veld, door hen te informeren, te ondersteunen en te helpen bijdragen aan de verbetering van de convivialiteit in de sportbeoefening.
De sportwereld, de erkende godsdiensten in België en de vrijzinnigheid bevestigen op die maner hun engagement rond het promoten van een geest van broederlijkheid en wederzijds respect bij de sportbeoefening.
IK BEN ER VAST VAN OVERTUIGD …
dat sport een niet te onderschatten bijdrage levert tot een zekere ‘geest van de mensheid’.
Zoals Ban Ki-Moon vaak aangehaald heeft, in zijn hoedanigheid van achtste Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, vormt sport een unieke vector om daadwerkelijk bij te dragen tot de vrede in de wereld, voorbij alle verschillen op basis van godsdienstige of politieke overtuiging.
En Nelson Mandela dacht zowat hetzelfde toen hij zei dat sport over het vermogen beschikt om de wereld te veranderen.
Ook op de sportterreinen speelt zich een deel van ons leven af en vind je uiteenlopende overtuigingen en godsdiensten naast elkaar. Het behoort tot ons aller plicht om ervoor te zorgen dat die terreinen ontmoetings- en uitwisselingsplaatsen blijven waar de sport ‘beleefd’ kan worden. Onnodig om daar een overtuiging boven op te enten of er een filosofie aan toe te voegen. Sport, sportbeoefening en sportcompetitie dragen alle facetten van de mens in zich. Het is dus perfect denkbaar dat sport en religie (ongeacht welke geloofsovertuiging) elkaar ontmoeten en één worden doorheen een leerproces en respect voor gemeenschappelijke waarden.
Dat is ook de reden waarom de clubs, de structuren waarrond de sportwereld georganiseerd is en de plaatsen waar sport wordt beoefend open moeten staan voor iedereen, ongeacht de sociale, etnische en confessionele herkomst. Op die manier kunnen spontane en onvoorwaardelijke gelegenheidsteams ontstaan, rond een bal of een halter, tijdens het joggen of bij het baantjestrekken in het zwembad. Zo moet de sport ook blijven: kampioen van de cohesie, gouden medaillewinnaar op het vlak van inclusie en diversiteit.
Net zoals godsdiensten en wetten mee de regels van ons samenleven bepalen, beïnvloedt ook sport ons dagelijkse leven. Meer nog … sport kan ook bijdragen tot de sociale cohesie en inclusie, opvoeding, de strijd tegen racisme, maar ook het streven naar uitmuntendheid en prestaties, het ontbolsteren van talent, economische ontwikkeling en waardecreatie.
En sport vormt in elk geval een manier om elkaar wederzijds beter te leren begrijpen en aanvaarden.
IK GELOOF …
… in de sport en in zijn overduidelijke sociale en maatschappelijke functie. Niet in ÉÉN sport in het bijzonder maar in ALLE sporten, individuele en ploegensporten, sport door junioren en door veteranen, sporten om te winnen of voor het loutere plezier van het deelnemen, sport om records te verbeteren en om de eigen grenzen te verleggen, de sensatie van de jacht op medailles, de gezondheidseffecten of de ‘kick’.
En altijd is er de ontmoeting, die ongedwongen, ongereglementeerde manier van delen, die ‘goesting’ om van elkaar te leren en uit te wisselen.
Sport staat voor dat alles, ook al gaat het slechts om een actieve vrijetijdsbesteding of een bevrijding van voorbijgaande aard. En iedere beoefenaar brengt haar of zijn rugzakje mee, netjes geordend volgens de eigen prioriteiten, van ‘lichaamsbeweging’ tot mentale kracht opbouwen op basis van ervaringen, van prijzen verzamelen tot twijfels, met alle vormen van geluk en binnen alle (geloofs)overtuigingen.
Aan sport gaan doen is als toetreden tot een bepaald geloof, in contact komen, een relatie aangaan, de uitdaging aanvaarden, enz. Dat alles vormt de inzet van de Verklaring ‘sport, de geest van de mensheid’, over het gemeenschappelijke en belangrijke kunstwerk van samenleven, met alles erop en eraan, zonder onze gebruikelijke schilden en met slopen van zoveel mogelijk muren en hindernissen.
En niets mag dit beslissingsproces in de weg staan, ook niet de filosofische voorschriften die de harmonie van de sportieve ontmoetingen zouden verstoren of de betekenis ervan onnodig verzwaren.
Deze Verklaring werd eensgezind ondertekend door de vertegenwoordigers van de erediensten en de vrijzinnigheid enerzijds en die van de sportbewegingen anderzijds. Ze bevat het cruciale engagement dat we steeds opnieuw en opnieuw moeten blijven herhalen:
“ Hoewel elke deelnemer zich gesterkt voelt door eigen waarden, levensfilosofieën of lidmaatschappen, aanvaardt hij/zij – zonder enige reserve – dat vanaf het betreden van de sportruimte voor de beoefening van de sport enkel de regels van de sport in de ruime zin gelden, en dat deze ruimte nooit en op geen enkele manier een forum mag zijn voor ostentatieve en intolerante uitdrukking van eigen filosofische overtuigingen.”
Dit gezegd en herhaald zijnde, valt geen tijd te verliezen. Laten we, met de rijkdom van onze achtergrond en alles waar we voor staan, samen voor de ‘sport’ kiezen.
Ik geloof heel sterk in de geest en de toepassing van deze Verklaring. Net zoals sport bij uitstek Universeel is, moet deze Verklaring overal gehoord worden waar de mens aan sport doet en de sportman of -vrouw zich mens toont.
“Sport, de geest van de mensheid” is geen utopie. Een miljard sporters dragen dit wereldwijd uit, alleen niet met zoveel woorden.
Het is aan ons allemaal om dit uit te schreeuwen, te bewijzen en uit te diepen!!
Philippe Housiaux, Voorzitter
Panathlon Wallonie-Bruxelles, Organisator van deze ontmoetingen
N.B. Dank aan Pierre-Olivier Beckers, Voorzitter van het BOIC en lid van het IOC, en Laurent Thieule, Voorzitter van ‘Sport and Citizenship’, die me menig idee hebben aangereikt!!